Bouwfysisch

Bij de aansluiting van een balkon of galerij is er sprake van extra warmteverlies. De detaillering bepaalt de mate van warmteverlies en de oppervlaktetemperatuur ter plaatse van het detail. In oudere gebouwen is het balkon veelal aangestort aan de verdiepingsvloer. In dat geval is er sprake van een groot warmteverlies en een lage oppervlaktetemperatuur, met een groot risico op schimmelvorming tot gevolg.

Door het uitkragende betondeel thermisch te ontkoppelen van de vloer, wordt het warmteverlies ter plaatse van de bouwknoop beperkt. Als gevolg daarvan stijgt ook de oppervlaktetemperatuur. Afhankelijk van de bouwwijze kan er bij de ontkoppeling onderscheid gemaakt worden tussen:

  • Beton-beton aansluiting: hierbij wordt het betonnen balkon via een geïsoleerd verankeringssysteem ontkoppeld van de vloer. Deze oplossing wordt gebruikt op het moment dat het balkon meegestort wordt tijdens de (nieuw-)bouw, maar kan ook gebruikt worden bij renovatie waarbij het balkon ontkoppeld moet worden.
  • Beton-staal aansluiting: hierbij wordt een staalconstructie bevestigd aan de ruwbouw. Het balkon steunt vervolgens op de staalconstructie.
Seite_36_Bild_13

Afbeelding 13: Doorgaande balkonplaat (links) en een aansluiting met Schöck Isokorb® (rechts).

De afbeelding rechts toont een balkonaansluiting die thermisch ontkoppeld is. Hier is een gelijkmatig temperatuurverloop te zien door de dragende thermische ontkoppeling. Niet alleen het warmteverlies wordt beperkt, maar ook de oppervlaktetemperatuur stijgt. Hieronder een voorbeeld waarbij Schöck Isokorb® type K30-CV30-V6-H180-L500-REI120 is toegepast bij een balkonaansluiting:

Seite_36_Tabelle_3

Tabel 3: Resultaten berekening psi-waarde balkonaansluiting met Schöck Isokorb® type K30

De minimale oppervlaktetemperatuur in de berekening is 17,1 °C, veel hoger dan deze waarbij schimmelvorming optreedt. Bij toepassing van een Schöck Isokorb® KXT30 (met isolatiedikte 120mm) is de oppervlaktetemperatuur nog gevoelig hoger, namelijk 18.1°C.